Verslag van de bijeenkomst 10 november 2008:
Open agendapunten waren:
– Magneetveld
•- Hoe weten we waar welke planeet staat?
•- Hoe kennen we de vorm van ons melkwegstelsel?
Magneetveld: In een hemellichaam bevind zich een vloeibare kern. De rotatie van de vloeibare materie roept een magneetveld op. Magneetvelden kunnen afzwakken. Interne veldlijnen verzwakken de buitenste gebieden en sleuren op een gegeven moment de buitenste mee. Op dit moment kan er een ompoling gebeuren. Op de zon zijn heel ingewikkelde magneetvelden en is het risico op ompoling veel groter. Het magneetveld van de zon is een heel ingewikkeld gebeuren. Door verschillende rotatiesnelheden op haar oppervlak (aan de evenaar gaat alles sneller dan aan de polen) heeft de zon heel complexe magneetvelden. Er zullen regelmatig “kortsluitingen” zijn die dan zichtbaar zijn als een flare (plaatselijke zonne-uitbarsting). De ompoling op de zon gebeurd elke 22 jaren. Op de aarde zou dit tussen de 20.000 en de 30.000 jaren zijn. Er zijn zelfs periodes bekend van 50 miljoen jaren geen ompoling.
Positie van een planeet: In eerste instantie kijk je naar de baan van de ecliptica. Alle planeten zitten in d onmiddellijke omgeving van de ecliptica. Ken dan het uitzicht van je planeet en weet in welk seizoen je moet kijken. Staat er een heel helder punt heel kort bij de zon, dan heb je te maken met de planeet Mercurius. Je kijkt best naar deze planeet net voor zonsopkomst ofwel onmiddellijk na zonsondergang (afhankelijk van het seizoen). Een erg rode en heldere “ster” zal zeer zeker de planeet Mars zijn. Ook Jupiter is rood, maar ze is groter dan Mars en doorheen een verrekijker zie je heel snel een viertal manen. Op deze manier kan je zo goed als alle planeten herkennen. Een alternatief is: gebruik een planetariumprogramma. (Bvb stellarium dat gratis te downloaden is op www.stellarium.com). Let wel op: gebruik je eigen coördinaten om het programma te gebruiken.
Nieuwe versie van de Melkweg: In het zichtbare licht kan je weinig maken van de vorm van ons Melkwegstelsel. Om toch een beeld te krijgen van ons eigen stelsel gebruikt men radiotelescopen. Men is tegenwoordig tot de bevinding gekomen dat we in een twee-armig balkspiraalstelsel leven. Met behulp van het dopplereffect kan je bewegingen (rood-of blauwverschuiving toonbaar maken en afleiden wat er te zien is. Meerdere metingen in verschillende specifieke bandbreedtes geven uiteindelijk een beeld dat voor interpretatie vatbaar is.
Tijdens de pauze liet Jan “De macht van tien” over het scherm lopen.
Internationale sterrenwachten.
Omdat 2008 niet alleen 30 jaren Noorderkroon betekend, maar ook de 400ste verjaardag van de telescoop nam Lambert de gelegenheid om eens wat meer aandacht te hebben voor de grote telescopen die links en recht over de aardbol opgesteld staan. Een virtuele tour bracht ons naar diverse grote sterrenwachten, verspreid over de wereld. We bekeken ook even de gebouwen, vaak architectonische hoogstandjes, en de waarnemingsmiddelen die men ter plekke gebruikt.
Een sterrenwacht plaats je niet zomaar ergens. Je moet zeker zijn van optimale omstandigheden, liefst hoog en droog! Op zoek naar een geschikte berg, dus. Hieronder even een chronologisch overzicht van de bezigheden van ESO, European Southern Observatory:
Oct 1962: ESO kiest een embleem.
Mei 1964: La Silla is uitgekozen als locatie.
Oct 1964: ESO koopt de berg La Silla.
Dec 1964: ESO schaft een gasthuis aan in Santiago.
Maa 1966: ESO laat de weg naar de bergtop aanleggen.
Maa 1969: Hoofdkwartier in Santiago is klaar en op de berg gaat de eerste kijker in gebruik.
Nov 1976: De 3.6 m kijker ziet “eerste licht”
1984: 2.2 m kijker gaat in bedrijf.
1989: 3.5 m kijker gaat in bedrijf.
Jul 2002: UK sluit zich als 10e lidstaat aan bij ESO.
Met behulp van een reeks beelden waren we heel even op de top de La Silla. We zagen enkele kijkers van ESO: de New Technology Telescope en de MPI(2.2m) en een 3.6m Cassegrain. Nog een groep serieuze kijkers die we onder de naam VLT (Very Large Telescope Array). Hun gebouwen lijken al niet meer op de traditionele sterrenwachten. Het zijn ingenieuze gebouwen die helemaal in functie staan van de kijker. Alle kijkers van de VLT maken gebruik van adaptieve optiek. Dit wil zeggen dat men gebruik maakt van een laser die een kunstmatige ster projecteert op een hoogte van 95 km. De optiek van de deelnemende kijkers stelt men af op deze lichtbron. Door de hoogte van de kunstmatige ster kan men de atmosfeerstoringen, onder deze lichtbron weg corrigeren. De kijkers (en met hun vele andere grote telescopen) maken gebruik van alt-azimuthale opstellingen. Dit wil zeggen dat ze gebruik maken van een horizontale as en een verticale as om de kijker te richten en het nodige volgwerk te doen.
L’Observatoire de Haute-Provence, we zitten nu in de Provence (zuid-Frankrijk). We bekeken de OHP 1.52 m kijker, de OHP 1.93 m kijker en de OHP 80 cm kijker. Van de Provence naar de Pyreneeën: L’Observatoire du Pic du Midi. We wisten nog dat we vroeger iemand bij ons te gast hadden die 1.5 maanden stage liep in dit instituut.
Van Frankrijk naar de Canarische eilanden voor een blitsbezoekaan La Palma en Observatorio del Roque de los Muchachos (ORM). Op de kraterrand, net boven de wolken is een hele batterij van sterrenwachten te vinden, zoals de Issac Newton Group, die beheerder zijn van tal van sterrenwachten en telescopen. We zagen er verschillende en wisten dat de 4.2 m William Herschel Telescope de grootste Europese telescoop is van het noordelijke halfrond. Ook op de kraterrand de SST – Swedish Solar Telescope, een heliostaat met lens van een meter diameter. We zagen de schematische lichtbaan van de SST. Nog een dijk van een zonnekijker: de DOT, The Dutch Open Telescope. Beelden van zonnevlekken, genomen door DOT, zijn scherper dan scherp. Ongekende details zijn zichtbaar!
We maken een grotere (virtuele) sprong: In Rusland vinden we de BTA = Big Telescope Alt-Azimuthal. (Bolshoi Teleskop Azimutalnyi).De hoofdspiegel is 6 meter met een focale lengte van 24 m. De telescoop weegt totaal 850 ton waarvan 42 ton voor de Spiegel. De koepelhoogte is 53 m. We vervolgen, onze reis en komen aan bij Ratan 600, een radiotelescoop in de buurt van de BTA. Een wel heel eigenaardige radiotelescoop: hij ligt op de grond. Het is niets meer dan een grote ring met in het midden een roteerbare ontvanger.
Australië en het Anglo-Australian Observatory (AAO) is de thuishaven van David Malin. Malin heeft bekendheid verworven door als eerste schitterende kleurenfoto’s van een hele reeks Deepsky-Objecten te maken. Malin gebruikte de driekleurenprocedure om tot ongekende resultaten te komen. K
laar voor de volgende sprong? Mauna Kea, Hawaii: thuishaven van enkele van ‘s wereld grootste kijkersystemen..Keck I en II op Mauna Kea (4.204 m hoogte). Beide kijkers kunnen samen werken als één geheel. We zagen diverse beelden van deze schitterende combinatie. Nog een winner: Gemini Observatory met als vlaggenschip Gemini Noord en Gemini zuid. Twee tot de verbeelding sprekende sterrenwachten. Elke kijker heeft een identieke hoofdspiegel van 8.1 meter. Hun spiegeldikte is slechts 20 cm en 120 drukpunten zorgen voor een ideaal beeld. De kijker weegt 380 ton en loopt op olielagers. Ontkoppeld kan één man de kijker handmatig bedienen. Gemini Noord op Mauna Kea zag “first light” in 1999 en Gemini Noord op Cerro Pachon een jaar later.
Hobby-Eberly Telescope: de primaire spiegel is de grootste ooit gemaakt, hij meet 11,1 m x 9,8 m. Zijn effectieve opening van 9,2 m maakt hem de 3e grootste optische kijker. Net als de radiotelescoop van Arecibo heeft ook deze kijker een vaste opstelling (Low Cost-kijker (- 80%)). Ook hier kan men een bepaalde hoek aftasten.
Subaru, een automerk? Ja….maar ook de naam van een heel mooie sterrenwacht (net naast de Keck I en II) met een heel vernuftige kijker onder de kap: Één telescoop, vier brandpunten. We zagen schematische de opbouw van deze vier brandpunten. Ook hier weer: alt-azimuthaal en adaptieve optiek.
Aan de ander kant van het duo Keck I en II en Subaru vonden we de Canada-France_Hawaii Telescope Corporation (CFHT). Een statige sterrenwacht met idem dito kijker. De reis ging verder:Kitt Peak National Observatory, met al bekendste kijker de McMath-Pierce Solar Telescope Facility. Heel even zaten we ( met hulp van beelden, natuurlijk) IN de watergekoelde kijker.
Eenmaal in “de States” denderden de sterrenwachten voorbij. De ene nog groter dan de andere. Heel oud, maar ook heel nieuw….ze kwamen allemaal aan bod, totdat…. Er toen ineens een (heel mooi) binoculair te zien was……. was de toon gezet: binoculair, want twee zien beter dan één. Dat was wat men gedacht moest hebben tijdens het ontwerp van de LBT- Large Binocular Telescope. Een gigantisch grote verrekijker. Eén enkele spiegel op een vrachtwagen en je bent de vrachtwagen kwijt, zo groot is zo’n ding. We zagen beelden van de LBT in de bouwfase en we zagen beelden van een werkende kijker. De scherpte van deze kijker is fenomenaal. Een als we dan toch over fenomenale beelden hebben: een fraaie serie beelden van de Hubble Space Telescope effenden het pad voor een verrassende reeks van de Spitzer Space Telescope. Naadloos verder naar de voorstelling van de opvolger van de HST, de James Webb Telescope om dan af te sluiten met enkele kijkers van de toekomst zoals de CELT- California Extremely Large Telescope ( 30 m.), de GSMT- Giant Segmented Mirror Telescope en de OWL, het paradepaardje van ESO. De kaarten liggen op tafel, de verwachtingen hoog gespannen!!
LBe
Wat is…
In deze nieuwe rubriek gaan we maandelijks enkele astronomische begrippen in enkele zinnen uitleggen. Tijdens de eerstvolgende bijeenkomst wordt er, als dat nodig blijkt en eventueel op verzoek, dieper ingegaan op het betreffende onderwerp.
hemelbol :De mens in de oudheid ging er vanuit dat de aarde het middelpunt van het heelal was en niet van plaats veranderde. De sterren schenen hem lichtpunten toe, vastgehecht aan een bolvormige schaal van onbepaalde afmetingen. de werd door hem ‘sfeer’ of hemelbol genoemd .De hemelequator was de grootste cirkel op de hemelbol. Omdat de beweging van de aarde om de zon niet bekend was, kwam het hem voor, dat de zon zich voor de vaste sterren van de roterende hemelbol langs bewoog, waarbij zij in de tijd van een jaar de volledige cirkel, de ecliptica, doorliep van het westen naar het oosten. Door een met twaalfsterrenbeelden versierde zone aan de hemel die men dierenriem noemde, omdat zeven sterrenbeelden naar dieren genoemd zijn. Het vlak van de ecliptica staat scheef op de hemelequator, onder een hoek van 23,5 graden. Tweemaal per jaar passeert de zon op zijn baan langs de dierenriem de hemelequator: bij het begin van de lente en bij het begin van de herfst. Deze twee belangrijke punten worden ‘lentepunt’ en ‘herfstpunt’ genoemd.
Vers van de pers.
10 oktober 2008
Europese sterrenkundigen hebben met behulp van de Very Large Telescope in Chili enkele zeer jonge sterren onderzocht. De sterren zijn enkele malen zo zwaar als onze zon en nog druk bezig met het aantrekken van gas uit de omgeving. Dat gas valt niet rechtstreeks op de ster, maar verzamelt zich in eerste instantie in een zogeheten accretieschijf die de ster omringt. Wat zich precies in zo’n schijf afspeelt, laat zich niet gemakkelijk onderzoeken: de meest nabije stervorminggebieden zijn ongeveer 500 lichtjaar van ons verwijderd, waardoor het zeer veel moeite kost om accretieschijven nauwkeurig te bekijken. De techniek waarmee de meeste details zichtbaar kunnen worden gemaakt, is de interferometrie. Daarmee wordt het door twee of meer telescopen opgevangen licht zodanig gecombineerd, dat de resulterende beeldscherpte vergelijkbaar is met die van een reuzentelescoop ter grootte van de onderlinge afstand van de gebruikte telescopen. De VLT, die uit vier afzonderlijke telescopen bestaat, kan op die manier een 40 tot 200 meter grote telescoop nabootsen. Met deze techniek is nu gekeken naar de gasstromen in de accretieschijven rond zes zeer jonge sterren. Bij twee ervan is vastgesteld dat er materie uit de schijf naar de ster toe valt, bij de andere vier is waargenomen dat materie uit de schijf terug de ruimte in stroomt. Waarschijnlijk vindt in alle gevallen een combinatie van beide verschijnselen plaats, maar dat moet nog nader onderzocht worden.
 
;
Wetenschappers gebruiken de om Venus draaiende ruimtesonde Venus Express om de leefbaarheid van de aarde te bestuderen. Dat lijkt vragen naar de bekende weg, maar het onderzoek heeft wel degelijk nut. De waarde van de opnamen die Venus Express van de aarde maakt, schuilt in het feit dat onze planeet voor zijn camera’s kleiner is dan één beeldpixel. Feitelijk vertoont de aarde zich daardoor precies zoals planeten bij andere sterren, waarvan sterrenkundigen binnen afzienbare tijd de eerste ‘aardachtige’ exemplaren hopen te ontdekken. Door nu vast te stellen wat je over de leefbaarheid van de aarde kunt leren als deze slechts als een nietig lichtpuntje te zien is, hopen de onderzoekers straks gemakkelijker te kunnen ontdekken welke omstandigheden er op die verre aardes heersen. Soortgelijk onderzoek is eerder dit jaar ook met de ruimtesonde Deep Impact gedaan.