Verslag van de 29e uitstap van Noorderkroon-Achel.
14 April 2007, temperaturen die bijna zeldzaam zijn (
ook tijdens sommige zomers!) en Noorderkroon-Achel gaat op stap. Jan had ( in functie van reisleider voor het leven) een werkelijk schitterend programma samengesteld: een 2 u durende boottocht op de Biesbosch, een bezoek aan sterrenwacht Mercurius in Dordrecht en een bezoek aan slot Loevenstein. Als je als vereniging al bijna dertig jaren uitstappen onderneemt dan wordt het steeds moeilijker om iets nieuws te brengen. Ook ditmaal is onze reisleider met glans geslaagd in zijn opzet: drie totaal nieuwe bestemmingen!!!
Om 07.30u vertok de autobus met een 30-tal geïnteresseerden richting Drimmelen voor een boottocht over de Biesbosch. In de bus bracht Jan een inleiding over de Biesbosch. We weten nu allemaal dat de Biesbosch een natuurreservaat is en wat voor één…..10.000 hectaren groot. Rivieren, kreken, grienden, landbouwgronden …….water……vooral veel water! Dit landschap heeft een heel eigen flora en fauna. We hebben te horen gekregen dat er in de Biesbosch weer bevers zitten. Tijdens onze rondvaart hebben we zelfs één heel recente beverburcht gezien. We rekenden uit dat de gemiddelde dichtheid bevers op de Biesbosch 1 op 100 hectaren was.
De Biesbosch ontstond door een samenspel tussen water, natuur en mensenhanden. In dit ontoegankelijke gebied – een mooie schuilplaats tijdens de oorlog – verdienden griendhakkers, rietsnijders, biezenvlechters, jagers, eendenkooikers en boeren op afgelegen boerderijen een karige boterham. Na 1970 verdween deze eeuwenoude cultuur door het wegvallen van de getijden. De natuur kreeg vrij spel en enkele polders werden ingericht als drinkwaterbekken.De Groote of Zuidhollandsche Waard was in de Middeleeuwen een welvarende streek waar landbouw, fruitteelt, en turf- en zoutwinning de voornaamste middelen van bestaan waren. Het gebied moet er ongeveer hebben uitgezien als de Krimpenerwaard of de Alblasserwaard in de negentiende eeuw: met veel water, boerendorpjes langs de rivierdijken en langs de ontginningspaden in de polder, maar ook met hier en daar een kasteel. In één nacht, van 11 op 12 november 1421 veranderde de Sint Elisabethsvloed dit gebied in een binnenzee van 30.000 ha. De reeds anderhalve eeuw oude, omringende dijk brak door in het zuidwesten, ongeveer waar nu de Moerdijkbruggen liggen, op diverse plaatsen. Als gevolg van deze overstroming verdwenen naar schatting zestien dorpen van de landkaart.
Geholpen door latere dijkdoorbraken bij Werkendam kon het rivierwater een kortere weg naar zee zoeken. Het zoute water werd naar zee teruggedrongen en veranderde het gebied in een zoetwatergetijdengebied, het enige in Europa.
Doordat na de Sint Elisabethsvloed zee en rivier veel klei- en zanddeeltjes aanvoerden, kwam het onder water gelegen land geleidelijk steeds hoger te liggen. Op een gegeven moment kwam er land bij eb droog te staan. Daarmee ontstonden groeimogelijkheden voor planten. Als eerste groeiden er biezen. De oorspronkelijke naam Bergsche Veld werd niet meer gebruikt, in de volksmond werd de naam: ‘Biesbosch’ (bos van biezen).
Sinds 1421 heeft de Biesbosch een bijzondere landschappelijke ontwikkeling doorgemaakt waarop de mens veel invloed heeft uitgeoefend. In de jaren zeventig greep de mens nog eens rigoureus in het landschap in. Door de aanleg van de Haringvlietsluizen (Deltawerken) verdween eb en vloed grotendeels uit de Biesbosch. Na een heel mooie boottocht en een flinke dosis voorjaarszon deden we de haven terug aan en in de onmiddellijke omgeving nuttigden we de lunch.
Op weg naar Dordrecht, voor het tweede gedeelte van onze uitstap. Jan had op het internet een heel jonge sterrenwacht gevonden. Eén die we nog niet aangedaan hadden, dus…. Op weg naar Mercurius!!!Toen we aankwamen in het park van Dordrecht viel ons meteen het hoge gebouw op met de koepel. Een verzameling van bijgebouwtjes gaven het geheel een heel frisse indruk. Eenmaal binnen werd dat gevoel nog sterker; een heel mooi ingerichte sterrenwacht met een heleboel doe-dingen en de grootste trots van de sterrenwacht een unieke collectie meteorieten. Nu, de grootste trots…….onder de koepel….Voor de realisatie van een sterrenwacht in Dordrecht, is gebruik gemaakt van een reeds bestaand gebouw in het natuur – en recreatiegebied De Hollandse Biesbosch. Dat gebouw wordt voor een symbolisch bedrag gehuurd van het gelijknamige recreatieschap. Omdat voor de uitbreiding en de verbouwing van dit pand een fors geldbedrag nodig was, is een beroep gedaan op de medewerking van gemeenten, bedrijfsleven en andere instellingen. Deze medewerking, die meestal een financiële bijdrage betrof, heeft er uiteindelijk toe bijgedragen dat op 21 oktober 1998 sterrenwacht Mercurius zijn deuren voor het publiek kon openen. Het aantal bezoekers is op jaarbasis al opgelopen tot een slordige tienduizend, zodat sterrenwacht Mercurius zich tot de grootste sterrenwachten van Nederland kan rekenen.
In de expositie kunt u zien wat een groep toegewijde vrijwilligers kan bereiken in het populariseren van de sterrenkunde. Een zeer groot gedeelte van het materiaal dat je in de expositie tegen komt is zelf ontwor
pen, gebouwd en wordt zelf onderhouden. Vragen waar u onder andere antwoord op zult krijgen zijn:
- Hoeveel wegen mijn boodschappen op een andere planeet?
- Hoe lang moet ik met een vliegtuig reizen om op Uranus te komen?
- Hoe ziet een tornado er in het klein uit?
- Hoe moet het ISS eruit gaan zien? Waar is het ISS nu?
De achterliggende gedachte van de expositie is dat je door zien en zélf proberen meer leert over het heelal. De meteorietencollectie, Sterrenwacht Mercurius mag zich trots exposant noemen van de grootste collectie meteorieten van alle sterrenwachten in Europa. Eigenaar en verzamelaar Jan Bartels bevindt zich al geruime tijd in de ‘meteorietenwereld’ en stelt bij sterrenwacht Mercurius zijn indrukwekkende collectie ‘heavenly bodies’ ten toon. Een aantal belangrijke stukken uit de collectie:
- Gibeon: Een ruim 240kg wegend fragment. De grootste meteoriet ooit in Nederland ten toon gesteld!
- Garza stone: Een zeer zeldzame wereldprimeur! Een deel van de Park Forest meteorietenregen die veel schade veroorzaakte.
- Zagami: Fragmenten van een Marsmeteoriet. Écht Marsgesteente dus!
- Utrecht: Een zeldzaam fragment van de meteoriet die in 1843 in Utrecht gevallen is.
- Glanerbrug: Een stuk van de meteoriet die in 1990 in het Twentse Glanerbrug door het dak van een huis viel.
De Carl-Zeiss telescoop
De grootste trots bevindt zich in de opvallende, volledig gemotoriseerde, aluminium ( van Belgische fabrikaat!!!) koepel. De 150mm Carl Zeiss telescoop is een uit 1920 daterende lenzenkijker, geschonken door de zeevaartschool uit Rotterdam. De telescoop wordt overdag voorzien van een zonnefilter, waardoor het mogelijk wordt op veilige wijze zonnevlekken waar te nemen. Op de ‘rug’ van de Carl Zeiss is nog een kijker opgesteld: Een zogenaamde h-alfa zonnekijker. Deze kijker laat de zon in een speciaal spectrum zien en ontrafelt zo details die in de Zeiss onzichtbaar blijven. Denk hierbij aan zonnevlammen en protuberansen. Opvallend was dat deze kijker een heel complete kijker is. De kijker zat oorspronkelijk onder de “duivenpoep”, stof en wat nog meer. Een kijker die wel heel kompleet was door het feit dat niet alleen de originele Carl Zeiss-aandrijving van 1862 aanwezig was, maar ook een koffer met alle denkbare accesoires, en dat in die tijd!!!! Een werkelijk schitterende kijker. Men wist te vertellen dat men met deze kijker eens de scheiding van Encke heeft kunnen zien in de Saturnusringen bij een vergroting van 600 x. Een unieke gelegenheid de Zeiss-optiek aan de rand van haar kunnen te genieten.
Door tijdsgebrek moesten we verstek geven aan het voorstel nog een film te bekijken . We hadden nog een ander reisdoel op het p
rogramma!!
Voor meer informatie kijk je best eens een keertje op http://www.sterrenwacht-mercurius.nl/
Een méér dan geslaagd bezoek aan deze schitterend mooie sterrenwacht! Een aanrader voor iedereen.
Vanuit de sterrenwacht Mercurius te Dordrecht laveerde onze chauffeur (die het geheel trouwens heel plezant verzorgde) naar slot Loevestein.
Rond 1368 liet ridder Dirc Loef van Horne een kasteel bouwen op een strategische plaats in het hart van Nederland, daar waar Maas en Waal samenkomen: Slot Loevestein, het stenen huis van Loef. Door de eeuwen heen veranderde het Slot regelmatig van vorm, maar het kasteel is grotendeels middeleeuws gebleven. Ook nu nog is er veel van de Middeleeuwen terug te vinden in Slot Loevestein.
In 1575, tijdens de Tachtigjarige Oorlog, werd door Willem van Oranje opdracht gegeven voor de versterking van Slot Loevestein. Rondom het kasteel werden vestingwallen aangelegd en een buitengracht gegraven. Binnen de vestingwallen werden soldaten gelegerd; aanvankelijk in houten barakken, later werden die vervangen door stenen huisjes.
Het kasteel stond kaal en leeg midden in de vesting. Men vond het daarom een geschikte gevangenis. Vrijwel alle kamers werden als cel gebruikt en de grote zaal op de tweede verdieping, die we nu nog ‘Staatsgevangenis’ noemen, werd met houten scheidingswanden verdeeld. De gevangenen waren staatsgevangenen van de Republiek der Verenigde Nederlanden. Naast politieke gevangenen, stads- of landsbestuurders, predikanten en geleerden die vanwege hun geloof of politieke ideeën gevangen genomen waren, zaten er ook vaak krijgsgevangenen. De bekendste gevangene is Hugo de Groot, die Loevestein beroemd maakte door zijn spectaculaire ontsnapping in een boekenkist.
Oude Hollandse Waterlinie
Vanaf 1575 werd op initiatief van Willem van Oranje een begin gemaakt met het moderniseren van de middeleeuwse verdedigingswerken rondom Slot Loevestein. Eind 1589 was er een vijfhoekige omwalling met 3 bastions, een half bastion en een rondeel aangelegd. In 1651 werd het middeleeuwse rondeel vervangen door een nieuw bastion.
Tijdens de Nederlandse Opstand maakte Fort Loevestein deel uit van de steunpunten in het oostelijke grensgebied van Holland. In het rampjaar 1672 – toen de Franse troepen van Lodewijk de XIV binnenvielen – werd deze linie nogal ad hoc tot stand gebracht. Vanaf 1673 werd het uitgebouwd tot een permanente verdediging, de Hollandse Waterlinie. Deze eerste Hollandse Waterlinie liep van de Zuiderzee tot de Biesbosch. Het concept klonk eenvoudig, maar bleek erg effectief. Men liet delen van het land onder water lopen om te voorkomen dat de vijand kon oprukken. Een laag water van een halve meter diep over een breedte van 3 tot 5 km bleek niet te passeren voor soldaten en hun materieel. Hoger gelegen gebieden, die men niet onder water kon of wilde zetten, werden met vuur verdedigd vanuit forten en sterkten. Het primaire doel van deze linie was de bescherming van het westelijke deel van het land en dan vooral van het belangrijke en machtige Holland.
Ook de Nieuwe Hollandse Waterlinie was gebaseerd op waterbeheersing en overstromingen. Alleen waren deze overstromingen nu uitgebreider en beter beheersbaar. Over een lengte van zo’n 85 km (van Muiden tot Werkendam) kon een strook polderland van 5 km breedte onder water gezet worden. Daarnaast bestond de linie uit forten en batterijen die waterkeringen en inlaatpunten beschermden en niet te inunderen terreinstroken afsloten. Tussen 1815 en 1885 werden veel nieuwe forten gebouwd. Bestaande forten werden gemoderniseerd en onder andere voorzien van bomvrije bunkers.
In dit kader werd in Loevestein in 1882/3 de kazemat gebouwd. Overigens is de Nieuwe Hollandse Waterlinie nooit in werking gesteld. Op drie momenten in de geschiedenis is de linie wel in staat van verdediging gebracht: tijdens de Frans-Duitse Oorlog (1870), tijdens de Eerste Wereldoorlog en tijdens de mobilisatie van 1939. Na de Tweede Wereldoorlog bleek de Waterlinie haar waarde verloren te hebben. Ook Loevestein verloor zijn militaire functie. Bij Koninklijk Besluit van 18 oktober 1951 werd Loevestein opgeheven als militair steunpunt. Gelukkig is het wel blijven bestaan als ‘monument van verdediging’.
Na dit bezoek was het de hoogste tijd om de autobus met de neus richting Achel te zetten. Onderweg werd nog eens, traditioneel, de inwendige mens versterkt. Na een rustpauze werd de reis verder gezet en netjes tegen de klok van 20.30u kwamen we aan te Achel. Een zeer gesmaakte uitstap, niets dan lof!! Een speciaal woord van dank aan Jan Hermans die zich inzette voor het welslagen van deze uitzonderlijk mooie dag…Jan, bedankt en heel zeker t
ot volgend jaar!!!!