Verslagen februari 2010

Zoals jullie hebben vernomen gaan we eind deze maand ( 27-03-2010) op reis. Jan Hermans heeft, zoals meerdere jaren in het verleden, weer een prachtige dag voor ons uitgestippeld. Tegen de tijd dat je dit leest heb je waarschijnlijk al een persoonlijke uitnodiging ontvangen en misschien ben je al ingeschreven voor deze activiteit. Jan wist een paar vernieuwde zaken te combineren. Het recent vernieuwde Gallo-Romeins museum in Tongeren en het vernieuwde Europlanetarium. Betreffende het Europlanetarium: de vernieuwing is heel recent. We zullen bij de eersten zijn die het kunnen meemaken! We kijken er naar uit. Heb je nog niet ingeschreven? Neem eens contact op met Jan Hermans, misschien zijn er nog plaatsen vrij. Ten zeerste aan te bevelen!!!

Tot dan…      Het bestuur

    ! ! ! Uitnodiging !!!

 Op 19 en 20 maart 2010 verzamelen we tegen 20.00 uur aan de sterrenwacht. Op de agenda staan de Nationale sterrenkijkdagen. We hebben onze sterrenwacht opgegeven bij de VVS, twee dagen toegankelijk voor iedereen. We richten de kijkers op Mars, die nu heel gunstig staat. Natuurlijk zullen de grote publiekstrekkers allemaal aan bod komen. Er staat een heel fraaie maansikkel, Saturnus zal zichtbaar zijn (later op de avond) en natuurlijk…..de grote Orionnevel en vele andere objecten zijn probleemloos zichtbaar. Voor ieder wat wils!!

 Aangezien we alle registers open getrokken hebben, qua publiciteit, verwachten we een grote opkomst (zelfs bij slecht weer!!). In deze optiek verwachten we een mooie opkomst van onze leden, het zal meer dan nodig zijn. Ieder die wil kan helpen de mensen op te vangen, onder de koepel, maar ook op het bordes van de sterrenwacht, zal een aangename aanvulling zijn op de bezetting die we nu al hebben. We denken dan voornamelijk aan het helpen wegwijs maken tussen de sterrenbeelden. Intussen….blijf  reclame maken voor deze activiteit!!!!Tot kijk…  Het bestuur

 Verslag van de bijeenkomst van 5 februari 2010.

•~     Administrativa :

Het verslag werd goedgekeurd, na de opmerking dat er een fout zat in de laatste regel van blz 4: ” Is de kortste nadering en zal de baansnelheid van de aarde het snelst zijn. Later op haar baan om de zon, verder in de seizoenen, zal deze baansnelheid sneller zijn. (Uitleg Berke.)”. De gemaakte typefout was dat de baansnelheid TRAGER is in plaats van sneller. Berke had het juist, de notulist zat er naast. Dank aan de oplettende lezers!

•·       Op 5 maart geeft Noorderkroon, naar jaarlijkse gewoonte, weer een les “inleidende sterrenkunde” aan de 5e klassers van de Robbert te Hamont en dezelfde dag animatie bij een avondwandeling op de basisschool te Hamont-Lo (zie verslagen elders in dit blaadje).

•·       Netwerk-kijken is opgestart: we hebben al mooie reeks deelnemers. Heb je ook interesse: geef je naam en GSM-nummer op aan het secretariaat. Elders in dit blaadje kan je de lijst van deelnemers vinden.

•·       Onze penningmeester laat weten dat we nu al 29 inschrijvingen (jaarlijkse uitstap) binnen hebben.  Haast is geboden!!!

Netwerk SMS-kijkavond

We hebben dit initiatief in het leven geroepen als tegengewicht voor het  vele slechte weer dat zich voordoet tijdens onze geprogrammeerde kijkavonden. In een poging om toch iedereen te kunnen laten meegenieten van een individuele actie, tijdens een gunstige heldere nacht, bedacht het bestuur de SMS-service. Wat bedoelen we hiermee?  We hebben nu al een 7-tal mensen die zich gegroepeerd hebben. Ze kennen van elkaar het GSM-nummer (je kan in je GSM een groep aanmaken) en adres. Als iemand van de deelnemers  tijd en goesting heeft in een individuele actie (Sterrenkijken, fotograferen, meteoren kijken, noem maar op…) dan stuurt hij (of zij) een SMS-je naar de groep met de vermelding van activiteit en plaats. De ontvangers die (vrijblijvend) wensen deel te nemen weten dan wat en waar te zijn.

Open agenda

 1.     Witte dwergen?

2.     Mars en trilling?

3.     Botsende stelsels in een uitdijend heelal?

4.     Hoe raar is kleur?

 Antwoord op vraag 1: Hier komen we tijdens het volgende kwartaal op terug in de vorm van een volledige uiteenzetting over planetaire nevels. We weten dat de hoofdspeler een witte dwerg is. Vandaar de beslissing en nu even niet op in te gaan.

Antwoord op vraag twee:  Dirk stelde afgelopen week vast dat hij tijdens een Marswaarneming meer bewegingstrilling (kijker) leek te ervaren dan bij een waarneming aan een nevel. Het antwoord op deze vraag is dat beide waarnemingen evenveel trillingen ervaren. Trillingen in je beeld kunnen afkomstig zijn van vele factoren: een zuchtje wind, vibraties van voorbij rijdend verkeer, het kan zelfs in je opstelling zitten. Ze hebben allen één zelfde kenmerk:  ze verstoren de rust van je beeld. Elk optisch systeem heeft last van trillingen. De kunst is om deze zo snel als mogelijk te dempen. Nu de stelling: Waarom lijkt de trilling bij een Marswaarneming heftiger dan een waarneming aan een nevel?  Uit het voorgaande weten we dat de trilling bij beide waarnemingen even erg is. Bij de Marswaarneming zal de trilling geaccentueerd worden door de messcherpe omlijning van de planeet. Een nevel, daarentegen, mist deze scherpe omlijning en heeft een omfloerste overgang in de ruimte. Met andere woorden: je ziet eigenlijk geen”rand”. Er is geen harde referentie van licht naar donker en daarom “lijkt” de trilling minder erg. Lambert liet weten dat tijdens bepaalde (lichtzwakke) waarnemingen een beetje “selfmade”-trilling de waarneming kan bevoordelen.

Antwoord op vraag drie: Op de vraag hoe kunnen sterrenstelsels botsen met elkaar terwijl we weten dat het heelal uitdijt? Als je de uitdijing heel nuchter bekijkt lijkt dit theoretisch onmogelijk. Hoe kan het dan zijn dat stelsels botsen? Donkere materie, fluctuaties in zwaartekracht en aantrekkingskracht maken dat er, ondanks de uitdijing van de ruimte, toch nog interactie is tussen de stelsels in de onmiddellijke nabijheid.

 Antwoord op vraag 4: Heel raar (en relatief)!!! Het debat begon met de echte kleur van de zon: na lang zoeken kwamen we uit op zuiver wit in plaats van geel. Het gele licht dat we zien is de interpretatie van de som van de resterende lichtstralen (frequenties) die we zien als onze atmosfeer het blauwe licht  er uit gefilterd heeft (vandaar onze blauwe lucht!). Elke astronaut weet je te vertellen dat de zon sneeuwwit van kleur is.  Wat met de kleur van Mars of de regenboog. Die laatste is ook een raar gegeven, want geen massa, geen schaduw…….bestaat een regenboog eigenlijk wel? En die kleuren…..is het rode licht van Mars wel rood, bestaan er echt rode reuzen?  Bedenk dat we hier met onze voeten op aarde staan en dat het licht dat we zien een filtering heeft ondergaan door onze atmosfeer. Zelfs de beelden van de Hubble Space Telescope (bevindt zich in de hoogste regionen van onze atmosfeer -dus nog niet in de ruimte) hebben in bepaalde mate te lijden van atmosfeer. Als we bijvoorbeeld zouden reizen naar de Orionn
evel (met z’n schitterende kleuren), zouden we merken dat, bij aankomst, de kleuren verschoven zijn naar grijs en uiteindelijk vervagen als de nevel oplost voor onze ogen. Weg kleuren…..Kleur, een heel relatief begrip!

De aanwezigen kregen allen een opdracht: denk tegen volgende bijeenkomst eens na over het begrip “temperatuur”. Net als kleur valt hier ook veel over te zeggen. We zullen dit punt op de open agenda van de maand april zetten (maart = uitstap).

Het hoofdthema van de avond, de bewegingen van de maan, werd gebracht door Job Beeren en Jan Hermans. Beide heren brachten het onderwerp op een hoger niveau door zich niet enkel te beperken tot de vele bewegingen. Het werd presentatie met beelden van verduisteringen, verschillende grootheden van de maan, het interieur, het ontstaan, maanden, libraties, e.d.

 

De bewegingen van de maan

Job begon zijn deel van de uiteenzetting met het tonen van diverse afbeeldingen van de maan. Verschillende fases, gedeeltelijk verduisterde en totaal verduisterde maan, om dan uit te komen bij de eerste slide die enkele theorieën betreffende het  ontstaan van onze  maan.  Het inslaan van een vreemd object, het uitbreken van eigen materiaal door deze inslag en de vorming van de maan. Een andere theorie: Van Westrenen en zijn collega prof. Rob de Meijer, gaan uit van het feit, dat de maan uit de aarde gevormd is door toedoen van een op hol geslagen natuurlijke kernreactor diep in de aardmantel. Dit in tegenstelling tot de gangbare theorie, dat de maan ontstaan is  uit brokstukken van een gigantische botsing tussen de aarde en een “planeet”. Vervolgens kwamen de grootheden van de maan aan bod. Job nam even de tijd om ze te overlopen.

De maan laat altijd dezelfde zijde aan de aarde zien. Soms wordt per abuis gedacht dat de maan niet om haar as draait. Wanneer dit het geval zou zijn  zal de baan om de aarde verlopen. In dit geval zal dan altijd dezelfde zijde door de zon worden beschenen . Doch, de maan draait wel zeker om haar as en doet  dat precies in dezelfde tijd om de aarde te ronden, dat heet gebonden rotatie. Wanneer de maan zich tussen de zon en aarde bevind kan de zon beschenen kant niet worden waargenomen en is het nieuwe Maan. Na 7,4 dagen is het eerste kwartier. Wordt de gehele, naar ons gekeerde zijde, verlicht dan is het Volle maan. Eenmaal 22,1 dagen later komt de maan in zijn laatste Kwartier. Precies na 29,5 dagen is het wederom nieuwe maan en kunnen we ze wederom niet waarnemen. Job toonde in een versneld tempo de verschillende maanfasen.

 Het albedo, een maat voor het weerkaatsingvermogen. Een spiegel kaatst meer licht terug dan bijvoorbeeld een stuk zwart  papier, het albedo van een spiegel is daarom ook veel hoger dan zwart papier. Het albedo ligt altijd tussen de 0 en 1. Niets teruggekaatst is 0, alles teruggekaatst is 1. Beide komen dus in de natuur niet voor. De maan heeft een albedo van 0,07, dat wil zeggen dat de maan 7/100 ofwel 7% van het licht dat op de maan valt  weer terug kaatst. Mercurius heeft een laag albedo en betekent dat de oppervlakte heel donker is. De planeet Venus heeft door haar wolkendek juist een heel hoog albedo. Dit kaatst een heel groot deel van het licht terug. Job gaf in een opsomming  alle albedo’s van onze planeten. Het asgrauw lichtschijnsel van de maan leunt aan dit gegeven. Net voor of na nieuwe maan ,als deze nog een dunne sikkel is, is het asgrauwe licht goed te zien wanneer het licht van de zon wordt teruggekaatst (voornamelijk door de wolken van de aarde) en dan vervolgens weer door de maan naar de aarde wordt teruggestrooid. Soms is het asgrauwe licht zo sterk dat er details op de donkere zijde van maan zichtbaar worden zoals  hier de verschillende maren.

De volgende slides behandelden de maansverduistering. Aan de hand van verhelderde tekeningen toonde Job de verschillende aspecten van zowel zons- als maansverduisteringen. Welke voorwaarden ingevuld moeten worden om een totale verduistering te bekomen. Een fraaie kaart van de verduistering van 1999 bracht ons even terug in de stemming van weleer. Duidelijk was te zien dat je best zo kort mogelijk op de centrale lijn kan gaan zitten, wil je optimaal genieten van een totale verduistering. Na het gedeelte van de verduisteringen presenteerde Job enkele beelden met de vraag om eens even een paar gebieden op de maan te identificeren. We hebben nog heel wat werk voor de boeg. Na deze vaststelling werd er even aandacht besteedt aan het interieur van de maan om vervolgens uit te komen bij de Lunakhods, de eerste (Russische) “voertuigen” op de maan. Van daar was het een kleine stap naar de Apollomissies. Een opsomming van alle landingsplaatsen met een beetje uitleg werden door Job geduid . In het jaar 1969 op 21 juli om 3 uur 56 minuten en 15 seconden zette Neil Armstrong als eerste mens voet op de maan. Enkele sfeerbeelden van de Maanrover, de maanomgeving en de  beroemde “eerste voetstap” gingen voor aan de boodschap dat de maan op dit moment het doel is van vele landen.  India stuurt onbemande missie naar de maan, China laat zich niet onbekend, Japan is actief en ook Europa heeft plannen met de maan.   Met deze afsluiter gaf Job het woord aan Jan Hermans die naadloos de draad oppikte met zijn kant van het verhaal:        

                        Diverse bewegingen van de maan rond de aarde, deel twee

 De aarde beweegt in 1 jaar rond de zon en intussen draait de maan rond de aarde. De tijd die verloopt tussen twee opeenvolgende conjuncties (rechte lijn) van de maan ten opzichte van eenzelfde ster, is de siderische periode of siderische maand. Ze is gelijk aan een volledige omwenteling van de maan om de aarde en duurt 27 dagen en 8 uur. Maar tijdens die siderische maand verplaatst zich de aarde (samen met de maan) verder op haar jaarlijkse baan rond de zon. Om nu van op de aarde de maan opnieuw in dezelfde stand ten opzichte van de zon te kunnen zien, moet de maan nog iets meer dan twee dagen op haar baan om de aarde opschuiven. Dit noemt men de synodische maand en die duurt dan ook 29 dagen en 12 uur. Dit is de tijd tussen volle maan en de volgende volle maan. De synodische maand is wel licht variabel t.g.v. de wetten van Keppler.

Door de aardrotatie zien we dat de maan zich dagelijks van oost, over zuid naar west om de aarde verplaatst. Gezien ze echter zelf om de aarde draait in 27,3 dagen, legt ze 360°/27,3 of 13°11’12” per dag af in tegenwijzerzin. Dus maansopgang, culminatie en ondergang zullen dagelijks gemiddeld ongeveer 52.8 minuten later plaatshebben of m.a.w. de maan komt dagelijks 52,8 minuten later op. De maan maakt een elliptische baan rond de aarde. Hierdoor is de afstand tot de aarde niet altijd dezelfde. Door het verschil in afstand is de diameter van de maan ook variabel. Bij de dichtste afstand (perigeum) is de maan groter dan bij de verste afstand (apogeum). De maanbaan draait, in tegenstelling tot de meeste manen bij andere planeten, niet in het evenaarsvlak van de planeet, maar maakt een hoek van 5°09′ met het vlak van de ecliptica. Soms bevindt de maan zich boven en later weer onder het eclipticavlak. Omdat de baan van de maan een hoek maakt van 5°09′ met de aardbaan, kan een verduistering alleen maar plaatsvinden als de maan in de snijlijn van beide vlakken komt en zodoende één rechte lijn vormt met aarde en zon. Als de maan de schaduwkegel van de aarde mist, wat meestal voorkomt, is het bij oppositie gewoon volle maan.

Een anomalistische periode wordt steeds gemeten ten opzichte van de apsiden. Net zoals dat het
geval is voor de planeten, verschuift de apsidenlijn van de maan langzaam ten gevolge van allerlei gravitationele storingen die op de maanbaan inwerken. De apsidenlijn loopt voorwaarts, d.w.z. in dezelfde zin als de zon en de maan, zodat de anomalistische maand iets langer duurt dan de siderische, namelijk ongeveer 27.554551 dagen. Een tropische periode wordt steeds gemeten ten opzichte van het lentepunt. Het lentepunt is het snijpunt van de schijnbare zonnebaan (ecliptica) door de hemelevenaar (verlengde van de evenaar in de ruimte) en geldt als het nulpunt van het hemelcoördinatenstelsel. De tropische omloopstijd van de maan, tropische maand genoemd, verschilt nauwelijks van de siderische maand, omdat de verschuiving van het lentepunt een gevolg is van de precessie (tolbeweging) die 26000 jaar duurt. De tropische maand is daardoor verder van weinig betekenis. De draconitische periode (knopenmaand) is de tijdsduur tussen 2 opeenvolgende klimmende knopen. Ten gevolge van de aantrekkingskracht van de zon, loopt de knopenlijn van de maanbaan terug, d.w.z. in tegengestelde zin als zon en maan. De teruglopende beweging van de knopenlijn bedraagt ongeveer 19° per jaar. Door de tegemoetkomende knopen, duurt de draconitische maand slechts 27.2 dagen, ongeveer 2.5 uur korter dan de siderische maand.

Optische libratie

We kennen libratie in de lengte en in de breedte.

  • ü In de lengte. De rotatietijd van de maan om haar eigen as is altijd hetzelfde en duurt 27 dagen en 8 uur. De snelheid waarmee de maan om de aarde draait is echter niet constant. Deze snelheid is het grootst wanneer de maan het dichtst bij de aarde staat (perigeum), en het kleinst wanneer de maan haar grootste afstand tot de aarde bereikt (apogeum). Hierdoor lopen rotatie en omloop in de loop van een maand een beetje uit de maat. Daardoor zijn éénmaal de oostelijke en éénmaal de westelijke randgebieden van de maanrand enigszins naar de aarde gekeerd. Dit noemen we libratie in de lengte. We kunnen hierdoor iets meer dan de helft van de maan zien.
  • ü In de breedte: Net zoals bij de aarde valt het evenaarsvlak niet samen met het eclipticavlak. Het evenaarsvlak van de maan maakt een hoek van 1°32’33” met de ecliptica. Daarnaast maakt het vlak van de maanbaan nog een hoek met de ecliptica (5°09′). De maanevenaar maakt dus een hoek van 1°32′ + 5°09′ = 6°41′ met het baanvlak van de maan en hierdoor worden de polen van de maan afwisselend naar de aarde gericht. Een vergelijkbare situatie geeft op aarde (=23°27′) aanleiding tot de seizoenen. Door libratie in lengte en breedte kunnen we in totaal 59% van het maanoppervlak zien vanaf de aarde.

 Fysische libratie

De hierboven beschreven libraties zijn optische effecten. De maan ‘schommelt’ niet echt.  Toch bestaat er een echte ‘schommeling’ van de maan: de fysische libratie. Het is een onregelmatigheid in de rotatie van de maan veroorzaakt door de zwaartekracht van de aarde. De diameter van de maan, gericht naar de aarde is iets groter dan de gemiddelde diameter.  De fysische libratie is echter veel kleiner dan de optische en bedraagt maximum 2′ in lengte en 3′ in breedte.

 Invloed van de maan op de aarde

Hoewel de massa van de maan veel kleiner is dan die van de zon, is haar getijdenkracht op de aarde toch groter. Dat komt omdat ze zich veel dichter bij onze planeet bevindt. Door de vloeibare vorm kan de watermassa de aantrekking van de maan blijven volgen. In de richting van de meridiaan waar de aarde naar de maan is gekeerd, is er hoogtij omdat de aantrekkingskracht daar het grootst is. Aan de tegenoverliggende meridiaan, die 180° verder ligt, is het eveneens hoogtij omdat daar de aantrekkingskracht het kleinst is en het water ‘achterblijft’. Het hoogtij aan deze kant komt wel minder hoog dan aan de kant waar de maan staat. Zes uur later is dezelfde plaats op aarde 90° verder gedraaid en ontstaat op die plaats laagtij, omdat het water van daar wordt weggetrokken naar de twee plaatsen waar er hoogtij is. 180° verder dan hoogtij, aan de tegenoverliggende meridiaan, is het eveneens hoogtij omdat daar de aantrekkingskracht het kleinst is en het water ‘achterblijft’. Het hoogtij aan deze kant komt minder hoog dan aan de kant waar de maan staat. Zes uur later is dezelfde plaats op aarde 90° gedraaid en krijgt die plaats laagtij, omdat het water daar weggetrokken wordt naar de twee plaatsen waar er hoogtij is. Bij eerste en laatste kwartier werken beide aantrekkingskrachten elkaar tegen, zodat een doodtij ontstaat. Het getijdenverschil wordt ook beïnvloed door de aantrekkingskracht van de zon. Bij volle en nieuwe maan wordt de aantrekkingskracht van de maan versterkt, zodat springtij voorkomt.Bij eerste en laatste kwartier werken beide aantrekkingskrachten elkaar tegen, zodat een doodtij ontstaat. Havens zoals Antwerpen, die wat dieper landinwaarts liggen hebben twee nadelen door de getijden.

  •  Grote schepen kunnen alleen bij hoogwater binnenvaren.
  •  In de riviermonding wordt het afstromende water geremd door de tegenovergestelde kracht van de vloed. Daardoor bezinkt het puin dat door de rivier wordt meegebracht. Er moet voortdurend gebaggerd worden om de riviermonding bevaarbaar te houden.

 Getijden kunnen ook als energiebron gebruikt worden. Op de Rance in Bretagne hebben de Fransen een getijdencentrale gebouwd. Zij benutten hier het getijdenverschil van 13 m tussen eb en vloed om via turbines elektriciteit te produceren.

Jan Hermans

Beide heren werden uitvoerig bedankt voor hun verhelderende uitleg.

 Wetenwaardigheid:

Wordt Ariane-5 de Europees ruimteprinses?

De Amerikaanse president heeft in zijn bezuinigingsplan 2010 diverse ruimtevaartprojecten stopgezet. Mogelijk wordt dit een zegen voor de Europese ruimtevaartorganisatie ESA. Binnenkort brengt de 50ste Ariane 5-raket weer twee satellieten in een baan om de aarde. Ariane-5 is het succesnummer van de Europese ruimtevaart, maar er zijn wel kapers op de kust. China, India en Rusland gaan proberen een deel van de commerciële satellietlanceringen in te pikken. Daarom wil de Franse president dat de Europese ruimtevaartorganisatie ESA nu al gaat werken aan een vernieuwde Europese draagraket. Europa lanceert meestal vanaf de basis te Kourou. Die ligt ter hoogte van de evenaar in Frans Guyana. Met de Ariane worden de meeste commerciële satellieten gelanceerd (bijna50%) De lancering van een satelliet met de Ariane kost ca 150 miljoen Euro, terwijl de Ariane V, bij het verlaten van de fabriekspoort, 115 miljoen Euro heeft gekost. De lancering met een Russische protonraket is echter 10% goedkoper…

 ESA

ESA staat voor: “European Space Agency” of Europees ruimtevaart agentschap. Het is in 1975 opgericht om niet afhankelijk te blijven van de Verenigde Staten. België behoort, samen met Duitsland, Frankrijk, Denemarken, Engeland, Italië, Nederland, Zweden Zwitserland en Spanje tot de 10 eerste leden van de organisatie. ESA telt 18 leden. 95% Van het ruimtevaartbudget van België gaat naar ESA. Hiermee levert België de vijfde grootste bi
jdrage met 5,72% van het totale budget. Ariane, genoemd naar de Griekse mythologische figuur Ariadne, is intussen al aan zijn vijfde generatie raketten toe. De eerste Ariane lancering gebeurde op 24 december 1979 van op de basis te Kourou, maar vanaf 1988 maakte de ESA al gebruik van de Ariane-4 raket. ESA had telkens weer een betere raket nodig om de concurrentie voor te blijven. Er werden ontwerpen gemaakt voor een sterkere raket die zwaardere objecten in de ruimte kon brengen. In 1996 was het ontwerp voor de nieuwe raket klaar, de Ariane-5 (ook wel Ariane V genoemd). De eerste Ariane-5 maakte een testvlucht in 1997, maar explodeerde al na 37 seconden door een fout in de software. Op 30 oktober 1997 en 21 oktober 1998 gingen twee testvluchten goed en werd de Ariane-5 in gebruik genomen. Er zijn verschillende types Ariane-5; elk geschikt voor een andere taak. De raket is ook zo ontworpen dat hij gemakkelijk verbeterd kan worden. Er worden nu plannen gemaakt waardoor de raket een gewicht van 12 ton kan lanceren en daarmee de sterkste raket ter wereld is.

Ariane-5 Generic

De Generic was de eerste Ariane-5 raket. Hij is 52 meter hoog, heeft een diameter van 5,4 meter, kan 6 ton lanceren en weegt op het lanceerplatform 745 ton. De Ariane-5 is een drietrapsraket. De eerste trap bestaat uit twee vaste brandstofraketten. De tweede trap is het onderste gedeelte van de hoofdraket, en de derde trap het bovenste deel. De twee vaste brandstofraketten zorgen, met elke 238 ton vaste brandstof, voor 90% van de energie die nodig is voor de lancering. De andere 10% neemt de hoofdmotor voor zijn rekening. Nadat de raketten zijn opgebrand vallen ze af en neemt de hoofdmotor, Vulcain genaamd, het werk over. De Vulcain werd op 40 verschillende locaties door heel Europa ontworpen en gebouwd. Alleen de bouw van een Vulcain motor zorgt al voor een kwart van de kosten van elke Ariane-5 raket. Tien minuten na de lancering is de raket buiten de atmosfeer en valt het onderste deel van de raket naar beneden. De tweede motor, de Eastus, ontbrandt dan en zorgt dat de raket genoeg snelheid krijgt om in een baan om de aarde te blijven. Als deze snelheid bereikt is wordt de satelliet vrijgelaten.

Ariane 5 ECA

Dit is de sterkere versie van de Ariane-5 Generic raket. De Ariane-5 ECA kan 4 ton meer aan gewicht de ruimte in schieten, 10 ton in totaal dus. De raket kan meer gewicht op tillen door toepassing van de nieuwe Vulcain -2 motor. Deze is een stuk sterker dan de Vulcain- 1. Als brandstof wordt 130 ton zuurstof en 26 ton waterstof meegenomen. De raket is zo verbeterd dat hij nu twee satellieten van 5 ton tegelijk de ruimte in kan schieten. Hierdoor zijn de kosten per satelliet beduidend lager en is het dus veel aantrekkelijker om een satelliet te lanceren met behulp van de Ariane 5 ECA raket. De ECA is ook vier meter hoger dan de originele Ariane-5. Verschillende gebouwen zijn aangepast vanwege de grootte van de raket. Zo is het lanceerplatform vier meter hoger gemaakt. De Ariane-5 ECA heeft 3 belangrijke troeven:

  • Ze kan als enige 2 satellieten tegelijk lanceren.
  • Ze heeft een groet betrouwbaarheid (96% geslaagde lanceringen)
  • Heeft nu al 35 succesvolle lanceringen na elkaar uitgevoerd

 De nieuwe generatie:

Er wordt momenteel gewerkt aan een zesde versie van de Ariane. Hiermee moeten dan satellieten van 12 ton i.p.v. 10 ton in de ruimte worden gebracht. Versie 6 zal daarvoor worden uitgerust met een nieuwe motor voor de laatste trap. De eerste vlucht hiermee wordt voorzien voor 2017.

Bijdrage door Jan Hermans

Kwartaalagenda:

Het eerste kwartaal is bijna voorbij. Nog even wachten op de bestuursvergadering en dan zal de nieuwe kwartaalagenda gepubliceerd worden. Gebruik, zoals altijd,  het internet om als eerste ons programma te zien.   http://noorderkroon-achel.skynetblogs.be/

Verslag van kijkavond 19 februari 2010.

Op de agenda een maankijkavond die vanwege het slechte weer vervangen werd door een tweede inventarisatieronde in ons archief.  Nadien hebben we tijdens een extra vergadering onze gedachten eens laten gaan over onze huisvestiging na de renovatiewerkzaamheden van het Michielshof te Achel.

Noorderkroon op de Robbert en op de Basisschool te Hamont-Lo

Lambert gaf, naar jaarlijkse gewoonte weer een les inleidende sterrenkunde aan de 5e klassers van de Robbert te Hamont. Dezelfde dag, maar dan ‘s avonds zorgden Jan Hermans en Lambert Beliën voor een vervangende activiteit op de basisschool te Hamont-Lo. De laatstgenoemde activiteit viel ook letterlijk in het water, maar werd toch aangegrepen om publiciteit te maken voor de komende sterrenkijkdagen. We schatten de bezoekers op meer dan 200 personen, jong en oud! We hadden op 5 maart  een totaal van 300 mensen die een beetje meer licht in het duister ervaren hebben!!!